Hieronder lees je medische aspecten die van belang kunnen zijn voor het realiseren van jouw/jullie kinderwens.
Let op: deze informatie is gebaseerd op Nederland en wordt nog aangepast voor het Belgische platform.
De wijze van bevruchting.
De Nederlandse wet kijkt naar de wijze waarop een zwangerschap tot stand is gekomen. Dit betekent dat er een duidelijk onderscheid is tussen een ‘donor’ en een ‘verwekker’. Een ‘donor’ is een man die zijn zaad doneert, dus ter beschikking stelt aan een ontvanger. Dat het doel van de donatie is het doen ontstaan van een kindje, betekent nog niet dat de zaaddonor daarmee een ‘verwekker’ is geworden. Om een verwekker te zijn is het nodig dat een daad wordt verricht die de verwekking van het kind tot gevolg heeft. Met deze ‘daad’ wordt bedoeld de geslachtsgemeenschap welke een zwangerschap tot gevolg heeft.
Via de natuurlijke weg zaad ‘doneren’ bestaat niet! Het is belangrijk dat ook een (potentieel) donor en wensmoeder zich dit realiseert. Beide partijen moeten er bij One Wish van uitgaan dat bevruchting niet via de natuurlijke weg ontstaat.
Risico’s bij verwekking via de natuurlijke weg
One Wish wijst je erop dat er diverse gezondheidsrisico’s (o.a. overdracht mogelijke soa’s en erfelijke ziekten) en juridische risico’s spelen bij bevruchting via de natuurlijke weg. Om deze reden raden wij verwekking van een zaaddonor via de natuurlijke weg ten strengste af. Een man die langs natuurlijke weg een kind verwekt loopt daarnaast het risico via een vaderschapsactie gerechtelijk als vader te worden aangewezen, met alle gevolgen van dien. Denk bijvoorbeeld aan een onderhoudsplicht voor het kind (alimentatie). Hij kan als verwekker ook als juridisch ouder worden aangemerkt. Er is dan geen plek meer voor een eventueel (toekomstig) partner van de wensmoeder als juridisch ouder.
Een donor of wensvader speelt geen directe rol bij het verwekkingsmoment. Deze constructie vergt dat duidelijk mondeling én schriftelijk tussen partijen wordt vastgelegd welke de rol de donor of wensvader heeft in het leven van het kind.
Lees meer over een donorcontract/ouderschapsplan bij juridische informatie.
Onderzoek & Testen
Wanneer een hetero liefdeskoppel samen probeert zwanger te worden, dan ondergaan zij in de meeste gevallen geen testen, tenzij hier nadrukkelijk aanleiding toe is. Aan de andere kant onderzoeken klinieken hun donoren zeer uitgebreid. Een kliniek doet dit om diverse redenen:
Ook de wensmoeder wordt vanwege diverse redenen onderzocht:
Naar aanleiding van bovenstaande informatie raden wij te alle tijden aan om aansluiting te zoeken bij het bestaande medische circuit. Wanneer jullie via zelf inseminatie een bevruchting tot stand willen laten komen, bespreek dan tijdens de kennismakingsfase of jullie bovenstaande gezondheidsonderzoeken willen doorlopen en eventueel counseling gesprekken willen voeren.
Het overslaan van deze stappen kan resulteren in:
Advies AMC m.b.t. SOA’s
Het AMC raadt aan om bij zelfinseminatie de donor te vragen zich te laten screenen op HIV, Hepatitis B, Hepatitis C, Lues, Gonorroe en Chlamydia. Het kan voor komen dat de donor tussentijds onbeschermd seksueel contact heeft gehad. Ik dat geval adviseert het AMC te stoppen met zelfinseminatie, de donor zich te laten testen en pas door te gaan met zelfinseminatie als alle SOA-testen goed zijn. Dit duurt over het algemeen 6 maanden.
Overdracht erfelijke eigenschappen
Erfelijke eigenschappen worden bij de bevruchting overgedragen. Na de bevruchting (de versmelting van een zaadcel en een eicel) bevat het ontstane embryo erfelijk materiaal dat voor de helft van de vader en voor de helft van de moeder afkomstig is. Een kind dat uit donorzaad ontstaat heeft dus voor de helft de erfelijke eigenschappen van de zaaddonor of wensvader (ook wel de biologische of genetische vader genoemd).
Wanneer je via zelf inseminatie een poging tot zwangerschap wilt starten, dan is het raadzaam om te overleggen in hoeverre de bekende donor of wensvader zich laat onderzoeken op erfelijke eigenschappen. Deze keuze ligt, net als bij iedere man en vrouw die gezamenlijk hun kinderwens willen vervullen, bij jullie. Het feit dat een man drager is van erfelijke ziekten wil niet automatisch zeggen dat een kind deze ziekten gaat krijgen. Dit is namelijk ook afhankelijk van de erfelijke eigenschappen van de wensmoeder. Voor de meest uitgebreide vorm van onderzoek m.b.t. de risico’s zouden zowel de man én de vrouw onderzocht moeten worden via preconceptionele screening. Hun gezamenlijke gencombinatie bepaald de kans op het overdragen van erfelijke ziekten.
Let wel: risicovrije voortplanting bestaat niet. Je kunt wel besluiten de risico’s zover mogelijk in kaart te brengen, echter hierbij spelen ook ethische kwesties. Daarnaast is de risicoanalyse mede afhankelijk van hoe ver wetenschappelijk onderzoek inzicht geeft in het overdrachtseffect van erfelijke eigenschappen en genmutaties.
Preconceptionele screening
Mensen kunnen drager zijn van een ziekmakende mutatie zonder dat ze dat weten. Preconceptionele screening geeft mensen met een hoog risico op het krijgen van een aangedaan kind meer tijd om na te denken over het aanvaarden of vermijden van de geboorte van een gehandicapt kind dan screening in de zwangerschap. Bovendien is de keuze dan niet beperkt tot ‘wel of geen abortus’.
Donor klinieken in Nederlandse onderzoeken standaard de gezondheid van de donor zelf en de kwaliteit van zijn zaad, echter de genetische samenstelling van het zaad onderzoekt de kliniek niet standaard. Alleen wanneer een donor in een vragenlijst of tijdens een gesprek aangeeft dat een bepaalde aandoening in de familie bestaat, kan een klinisch geneticus besluiten tot aanvullend onderzoek.
Lees hier een artikel over preconceptionele screening.
Onderzoek eigen geworven donor of wensvader
Aanbevolen wordt om op eigen initiatief een onderzoek starten m.b.t. soa’s, kwaliteit van zaad en erfelijke eigenschappen. Overleg hierover met een arts of medisch specialist. Onderzoeksmogelijkheden en kosten variëren en zijn afhankelijk van de wensen en de mate van screening. Zo kun je voor alleen een onderzoek op soa’s en de zaadkwaliteit terecht bij je eigen huisarts. Een huisarts verwijst je door naar een laboratorium die het onderzoek uitvoert. Voor het opslaan, invriezen en bewerken van zaad zijn de mogelijkheden beperkt tot enkele ziekenhuizen/klinieken in Nederland:
– UMC, Utrecht
– Medisch Centrum Kinderwen, Leiderdorp
– AMC, Amsterdam
– VUmc, Amsterdam
– Rijnstate te Arnhem
– Nij Geertgen, Elsendorp
– Isala klinieken, Zwolle
– Radboud UMC, Nijmegen
Donor
Dit is een eicel- of zaaddonor. Bij One Wish is enkel sprake van de zogeheten C-donoren. De donor kent zijn ontvanger(s) en de ontvanger(s) kent/kennen de donor. Het kind hoeft dus niet, zoals bij B-donoren, te wachten tot de leeftijd van 16 jaar, om de persoonsgegevens van zijn of haar biologische vader te achterhalen. Dit is in de meeste gevallen wel zo bij vruchtbaarheidsklinieken.
Bij C-donoren is er sprake van een beperkte rol op afstand zonder opvoedende rol. Hierin onderscheidt One Wish dan ook de co-ouders van de donoren. Bij co-ouderschap kiezen jullie samen voor ouderschap mét gezamenlijke opvoeding.
De leeftijd van de donor
Mannen ouder dan 45 jaar lopen een groter risico op het krijgen van een kind met een chromosomale afwijking. Oudere mannen hebben bovendien vaker een slechtere zaadkwaliteit. Om deze redenen adviseren klinieken een jonge donor te zoeken, maar ze beseffen dat dit niet altijd tot de mogelijkheden behoort
Soorten donoren
Anonimiteit bij de kliniek
Nederlandse klinieken leveren zaad dat afkomstig is van anonieme, opspoorbare donoren. Alleen enkele artsen en analisten van de spermabank hebben toegang tot de identiteit de donoren. Een donor kan niet achterhalen wie er met zijn zaad is behandeld en wie de kinderen zijn die daaruit zijn voortgekomen. Evenmin kan jij de donor opsporen, alleen kinderen ouder dan 16 jaar kunnen de donor onder begeleiding opsporen. Bij gebruik van een anonieme opspoorbare donor moet het duidelijk zijn dat jij (of jullie) de consequenties van het gebruik van zaad van een onbekende man kan overzien voor jezelf en je (ongeboren) kind.
Invriezen zaad van eigen donor
Als er logistieke problemen zijn die zelfinseminatie met donorzaad onmogelijk maken, dan bestaat er een mogelijkheid om het zaad in te laten vriezen. Na vriezen en ontdooien neemt de kwaliteit van zaad af. Als de kwaliteit van het zaad dusdanig afneemt dat er geen kans meer is op zwangerschap, dan wordt geadviseerd met vers zaad zelfinseminatie te gaan verrichten. Indien het zaad wordt ingevroren dan start voor de donor of wensvader én de wensmoeder een traject bij de desbetreffende kliniek.
Kiezen voor een co-ouder, bekende donor of anonieme donor
Een zaaddonor heeft een beperkte rol zonder opvoedende rol. Een co-ouder is iemand die de opvoeding in kleine of grote mate deelt met een andere co-ouder.
In het belang van zowel de wensmoeder, donor en het kind stimuleert One Wish alléén het werken met C-donoren of co-ouderschap. Dit omdat wij vinden dat ieder kind vanaf iedere gewenste (en passende) leeftijd de keuzevrijheid moet hebben zijn of haar biologisch ouder te kunnen leren kennen en eventueel ontmoeten. Dit betekent dat de wensouders en donoren kennis behoren te geven aan het kind over zijn of haar afstamming, bij voorkeur zo vroeg mogelijk en vóór de pubertijd.
1. Zelf inseminatie “ZI” of “ZIE” (zelfinseminatie eigen semen)
Bij zelfinseminatie insemineer je zelf (of je partner) het sperma met een spuitje en/of dun slangetje in de vagina of baarmoeder(hals). Bij zelfinseminatie gebruik je over het algemeen vers zaad van de donor of wensvader.
KID staat voor kunstmatige inseminatie met donorzaad. De kans op een zwangerschap is het grootst als de inseminatie vlak voor de eisprong plaatsvindt, het is dus belangrijk om de cyclus van de vrouw goed te volgen, hiervoor bestaan diverse apps en websites.
Sommige ziekenhuizen zijn bereid om mee te werken aan zelfinseminatie door zaad in te vriezen waarna je het op kunt halen op het moment dat je het nodig hebt.Het voordeel is dat het sperma eerst een half jaar in quarantaine gaat waarbij wordt gecheckt op SOA’s zoals HIV en AIDS, maar ook de bewegelijkheid van het sperma. Het voordeel is dat het beschikbaar is op het moment dat jij het nodig hebt. Je bent dus minder afhankelijk van de donor, het nadeel is het zaad aan kwaliteit verliest. Het is verstandig om voorafgaand aan de bevruchting een gezondheidsonderzoek te laten plaatsvinden en een arts raad te plegen.
De kans dat bevruchting door middel KID (met ingevroren zaad) lukt, is per inseminatie ongeveer 10 tot 15%. Na twaalf behandelingen is 60 tot 70% van de wensmoeders zwanger. Inseminatie met ‘vers zaad’ geeft over het algemeen een hogere kans op een zwangerschap.
2. Intra Uteriene Inseminatie “IUI”
IUI is een vorm van kunstmatige inseminatie waarbij het zaad direct in de baarmoeder wordt ingebracht.
IUI kan een oplossing zijn wanneer het mannelijk zaad van mindere kwaliteit is.
3. In Vitro fertilisatie met donorzaad “IVF”
IVF is een vruchtbaarheidsbehandeling waarbij de bevruchting buiten het lichaam plaatsvindt. IVF is de afkorting voor In Vitro Fertilisatie, wat ´bevruchting in glas´ betekent.
Wanneer een vrouw niet zwanger raakt via ZI, KID of IUI kan de medisch specialist de mogelijkheid van IVF overleggen.
IVF, ook wel reageerbuis bevruchting genoemd, is een zeer aangrijpende behandeling voor zowel de moeder als haar partner.
Niet elk ziekenhuis of kliniek heeft de kennis en de mogelijkheden de behandeling IVF uit te voeren.
Als je een IVF-of ICSI-behandeling overweegt, is het van belang om op de hoogte te zijn van de mogelijke risico’s voor het zo gewenste kindje. De behandeling is erg ingrijpend voor zowel de aanstaande moeder als haar partner, omdat het inspuiten van de hormonen om meerdere eicellen te kunnen ‘oogsten’ zowel een lichamelijke als psychische reactie kunnen veroorzaken. Ook vraagt het inspuiten van deze hormonen bij de aanstaande moeder veel van haar eventuele partner.
IVF bestaat pas sinds 1978 en diverse onderzoeken hebben diverse resultaten over het effect op de gezondheid van het kind.
→ Juridische informatie
→ Co-ouderschap