‘Ik wil mijn eigen genen herkennen’

7 oktober '15

Wenspapa’s, hunkerend naar een eigen kind dat ze ook willen opvoeden. Ze zoeken hun heil buiten de deur, online.

Door Ferdi Schrooten. Bron: Trouw.

Martin Kamphuis wordt er moedeloos van. Al tweeënhalf jaar struint de vrijgezel (44) het internet af, op zoek naar een potentiële moeder voor zijn kind.

Eigenlijk heeft Martin kinderen altijd al leuk gevonden. Hij past al jaren op bij vrienden en familie. Maar voor eigen kinderen had hij het lang veel te druk. “Tot drie jaar geleden had ik mijn eigen bedrijf. Ik was altijd aan het werk. Sinds ik voor een baas werk, heb ik meer rust en voel ik hoe intens mijn vaderwens is. Ik kan er niet meer omheen.”

Hij vindt het zelf “ook wel een beetje egoïstisch”, zijn drang om als single toch vader te worden. “Het is gewoon een gevoel: eigen vlees en bloed. Het zit in de mens om kinderen te krijgen. Mensen zeggen wel eens dat ze me lief en behulpzaam vinden. Het zou mooi zijn als mijn kind dat ook zou hebben.” Het liefst had hij ‘gewoon’ een kind gekregen uit een liefdesrelatie. “Ik heb wel relaties gehad, maar die waren steeds kort. De meeste tijd ben ik alleen geweest. Het is niet zo dat je even naar de kroeg gaat en hup, je hebt een vrouw. Tenminste, niet bij mij. Al sta ik daar ook wel open voor.”

Wensvader Koen van den Biggelaar (40) zit om andere redenen in een lastig parket. Hij heeft een vrouw, maar zij is 56 jaar en ze heeft al drie zonen uit een eerdere relatie. Al zou het medisch kunnen, dan nog wil ze niet opnieuw een kind krijgen, omdat ze naar eigen zeggen ‘de houdbaarheidsdatum van moeder voorbij is’.

“Ik heb de kinderen van mijn vrouw mee opgevoed alsof het mijn eigen kinderen waren”, zegt Van den Biggelaar. “Ik houd zielsveel van ze. Maar het is toch niet hetzelfde. Ik wil in mijn eigen kind mijn genen herkennen. Ze opvoeden, met alles erop en eraan. Ze zindelijk maken, helpen met huiswerk. De lusten én de lasten.”

Actieve vaderrol
Op internet gaan wensvaders als Kamphuis en Van den Biggelaar met hun advertenties de concurrentie aan met spermadonoren. Die bieden wensmoeders louter hun zaad aan en verdwijnen daarna grotendeels uit beeld. Zo niet de wensvaders, die hunkeren naar een co-ouderschap met een actieve vaderrol.

Juist op die actieve vaderrol kan het afketsen, zo vertellen ook andere wensvaders, die niet willen figureren in dit artikel uit angst dat ze daar last van krijgen in hun persoonlijke omgeving of op het werk.

Ook Van den Biggelaar heeft meegemaakt hoe een actieve vaderrol als harde voorwaarde potentiële moeders soms te ver gaat. “Dat was met een lesbisch koppel. Die vrouwen zochten een donor, ik een vaderrol. Het was een fijn contact. Maar uiteindelijk matchte het niet. We zijn met honderd procent respect uiteengegaan. Even goede vrienden, hoor. Ik heb niet de overtuigingsdrang om die vrouwen te vertellen dat het kind ook een vader moet hebben.”

Wensvader Kamphuis speelt liefst een zo groot mogelijke rol in het leven van zijn kind. “Voor mij geldt hoe meer, hoe beter”. Hij zet zichzelf daar neer als een natuurmens, volgens mensen in zijn omgeving ‘iets te goedgelovig en dromerig’, maar wel sociaal en gezellig.

Van den Biggelaars inzet is bescheidener. Hij prijst zichzelf aan als gezond, sportief en duurzaam levend, omschrijft hij het ideale co-ouderschap met ’30/70′. Hij zou tevreden zijn met dertig procent van de omgang en opvoeding, de moeder mag de overige zeventig procent voor haar rekening nemen.

Zijn vrouw, Maria de Ridder, staat volledig achter haar mans zoektocht naar een moeder, buiten hun relatie om. “Het is voor mij exact hetzelfde als wanneer Koen als gescheiden vader een kind had meegebracht. Dat had ik ook niet afgewezen. Net zoals Koen mijn kinderen van meet af aan heeft geaccepteerd.”

Ze is niet bang dat ze moet concurreren met de moeder van buiten. “Mocht hij besluiten een liefdesband aan te gaan met de moeder van zijn kind, dan leg ik dat niks in de weg. Maar zo is onze relatie niet. We begrijpen elkaar. Ik weet wat het is om kinderen te willen krijgen. Ik zal dan ook nooit zeggen dat een kinderwens vanzelf overgaat.”

Maria de Ridder. “In onze samenleving hebben we met elkaar afgesproken dat kinderen krijgen exclusief is voorbehouden aan een man-vrouwrelatie. Maar een vader en moeder hoeven helemaal geen liefdesrelatie te hebben. Zolang ze het maar eens zijn over het ouderschap en dat goed uitoefenen.”

Wapperende zaadballetjes
De Ridder krijgt steun van advocate Wilma Eusman, gespecialiseerd in juridische aspecten bij het krijgen van kinderen in niet-traditionele gezinnen. Bij Eusman melden zich jaarlijks zo’n vijf wensvaders ‘met wapperende zaadballetjes’ die samen met een ‘vrouw van buiten’ een intentieverklaring komen opstellen.

“Feitelijk is dat een ouderschapsplan, zoals je dat ook ziet na een scheiding. Je regelt er als vader en moeder in wat je doet bij erfelijke afwijkingen, als een van de ouders overlijdt, of opeens besluit een heel ander leven te gaan leiden. Het is allemaal niet afdwingbaar. Maar het dwingt je wel om heel goed te bedenken waar je aan begint.”

Dat is een hele klus. “Je moet werkelijk alles met elkaar doorploegen”, zegt Eusman. “De omgang met elkaar, waar het kind gaat wonen, hoe je samen het kind gaat opvoeden. Het is nou eenmaal niet je partner met wie je een kind krijgt. Maar als het kind er eenmaal is, zit je wel levenslang aan elkaar vast.”

De verklaringen, doorgaans niet meer dan een paar pagina’s, zijn volgens de advocate bepaald geen kille documenten. “Dan zie je vóór de conceptie een plan, dat met zo veel liefde voor het kind is opgeschreven. Deze mensen gaan niet over één nacht ijs. Ze zijn zich heel bewust van de situatie en willen die goed regelen.” Volgens Eusman kan een kind alleen maar heel erg blij zijn als het geboren wordt uit wensouders die zo bewust de stap nemen om een kind te krijgen. Ook al leven ze dan niet samen en blijft dat altijd zo. De advocate kent geen gevallen van wensvaders bij wie het na de intentieverklaring is misgegaan.

“Wat ik de afgelopen jaren voorbij heb zien komen aan mannen die na de geboorte willen meevaderen, vond ik over het algemeen heel mooi en vertrouwenwekkend. Die vaders en moeders zijn het ontzettend met elkaar eens. Alle pijn en rancune die je vaak bij een scheiding ziet, heb je bij deze wensouders niet.”

Ook Kamphuis wil zijn vaderschap, als het eenmaal zover is, met de moeder op papier vastleggen. “Stel je voor, ze wordt zwanger van mij en zegt dan ‘doei, de groeten!’. Dan heb ik geen poot om op te staan. Geen kind, geen co-ouderschap. Nee, we gaan eerst naar de notaris, of we tekenen een contract bij de kliniek waar we de inseminatie doen.”

Een natuurlijke bevruchting wil Kamphuis onder geen beding. Hij weet dat sommige vrouwen dat juist willen, omdat ze denken dat de kans op zwangerschap dan groter is. “Ik zoek wel een vrouw op wie ik zou kúnnen vallen, omdat er een click moet zijn. Maar ik wil niet met haar naar bed. Dan heb je als er een kind komt toch dat exen-gevoel.”

Complete click
Dat zal niet meevallen, denkt hij. “Je wilt toch dat je echt op één lijn zit, dat je straks samen op een verjaardag bij familie kunt zijn. Die complete click vind je niet zo makkelijk.” En dan is er ook nog de schimmige online-wereld. “Mannen met een oprechte vaderwens worden al snel verkeerd neergezet. Dat komt door al die malafide zaaddonoren. Seksverslaafden die alleen maar op de natuurlijke manier willen, of die een kronkel in hun kop hebben en zoveel mogelijk nageslacht willen.

De zoektocht naar een moeder voor zijn kind staat nu even op een lager pitje, zoals wel vaker de afgelopen jaren. “Ik heb ook wel eens gedacht: misschien is het mij niet gegeven. Maar ik blijf toch op zoek. Ik sta nog steeds met advertenties op verschillende websites. Als er dan weer een reactie van een vrouw binnenkomt, gaat het toch weer kriebelen.”

Om privacyredenen gebruikt Martin Kamphuis niet zijn echte achternaam in dit artikel.