Door Marion van Es, Volkskrant. Bron: WomenInc, CBS.
Dat vraagt Ulrika Leons zich af. Als GZ-psycholoog en directeur bij Zorg van de Zaak, een netwerk van organisaties op het gebied van bedrijfsgezondheidszorg, maakt zij zich zorgen over het groeiend aantal (hoogopgeleide) vrouwen dat worstelt met de innerlijke strijd tussen de rol van carrièrevrouw en moeder.
Ik zie steeds vaker vrouwen die kampen met psychische problemen als gevolg van deze strijd. Vaak schamen ze zich, omdat het hen niet is gelukt om de taken binnen het gezin zo te verdelen als ze hadden gewild.
Leons komt oorspronkelijk uit Zweden, waar een deel van het bevallings- en ouderschapsverlof bedoeld is voor de vader. „Als ik in Zweden kom, zie ik in het straatbeeld veel meer mannen achter de kinderwagen dan hier”, vertelt Leons. „Het is daar vanzelfsprekend dat vaders een grote rol spelen in de opvoeding.”
Ze vindt het vreemd dat Nederland daarin achterblijft.
Welke rol je inneemt is niet biologisch bepaald, maar verschilt per cultuur. Hier wordt het als normaal gezien dat de vrouw meer zorgtaken op zich neemt dan de man. Een vader heeft ’papadag’, maar je hoort moeders nooit over ’mamadag’. Door in die termen te spreken, houden we het beeld van vrouwen als vooraleerst moeder in stand.
Hierdoor zal een vrouw als er kinderen komen sneller vinden dat zij degene is die een stapje terug moet doen op de carrièreladder, meent Leons. Ook al wil ze dit diep van binnen helemaal niet. “Geeft ze de eigen baan voorrang, dan voelt ze zich daardoor vaak een slechtere moeder. Dat schuldgevoel zie je minder terug bij mannen.”
Volgens haar ligt de bal bij de overheid, die meer zou moeten betekenen op het gebied van emancipatie en arbeidsparticipatie voor vrouwen.
Maar we kunnen ook zelf iets doen”, stelt Leons, „namelijk door zakelijk te onderhandelen met onze partners. Er zijn drie loopbanen in het spel: die van hem, die van haar en de gezamenlijke loopbaan als ouders. Die moet je als stel samen zien te managen.
Dat onderhandelen begint wat Leons betreft al heel vroeg, bij het kiezen van een partner. „Hebben jullie wel dezelfde normen en waarden over het ouderschap? Dat hoef je niet op de eerste date te bespreken, maar ook niet pas als de baby al op komst is. Ga ruim voor die tijd samen om de tafel zitten en maak duidelijke, concrete afspraken. Vraag hem wat hij bereid is in te leveren om een deel van de zorg op zich te nemen. Wil hij minder gaan werken? En als dat financiële consequenties heeft, kunnen jullie die dan accepteren?”
Leons pleit ervoor niet alleen over de eerste periode na te denken, maar een tienjarenplan te maken.
Misschien kun je afspreken dat eerst de één een stap terug doet en een aantal jaar later de ander. Wees vooral niet bang om je eigen eisen op tafel te leggen. Als je er in deze fase al niet samen over eens kunt worden, hoe moet dat dan straks als de kinderen er zijn?
58 procent van de mannen en vrouwen willen zorgtaken gelijk verdelen
20 procent doet dit ook
25 procent van de vaders neemt hun ouderschapsverlof op.