Wie een vurige kinderwens heeft, wijkt soms van de geijkte paden af om die droom in vervulling te laten gaan. Met behulp van het internet, bijvoorbeeld. Karel, niet zijn echt naam, ontmoette via de website One Wish een co-ouder. Ook Nina vond online haar spermadonor. Bij Nina verliep alles vlot, Karel kwam na de geboorte van zijn dochter bedrogen uit.
Bron: HLN, geschreven door Fleur de Backer
Wie een donor of co-ouder zoekt kan in Nederland en België terecht op One Wish, een online ontmoetingsplatform voor wensouders. Bij One Wish is een donor niet-anoniem. In Nederlandse ziekenhuizen en klinieken mogen donoren sinds 2004 niet meer anoniem doneren, maar een kind moet tot zijn 16de wachten om de gegevens van de biologische vader te mogen opvragen.
Op One Wish kun je ook een co-ouder vinden: je deelt dan met een ander de opvoeding van jullie kind. Je hoeft geen liefdesrelatie met elkaar te hebben, en ook niet in hetzelfde huis te wonen. Afspraken over hoe je dat co-ouderschap precies aanpakt, maak je voor je samen de sprong waagt.
,,Net voor de corona-uitbraak had ik een vrouw ontmoet met wie het klikte. Ondanks de lockdown kozen we ervoor om elkaars bubbel te worden, enkele maanden daarna waagden we de sprong.Fertilisatietrajecten lagen door de coronapandemie stil, en dus besloten we om met elkaar te vrijen. Na de eerste keer was het al prijs.”
,,Omdat we dicht bij elkaar woonden, we samen het bed hadden gedeeld en al maanden intens contact hadden gehad, hebben we het een tijdlang geprobeerd als koppel. Maar dat werkte niet. We kregen steeds vaker woorden, er kwamen ook spanningen rond de komst van de baby. En dus gingen we drie maanden voor de geboorte weer naar het oorspronkelijke plan: het co-ouderschap en alle afspraken die we gemaakt hadden.”
,,Nadat ons kindje geboren was, veranderde er veel. Nee, alles. De openhartige vrouw die ik ontmoet had, werd gesloten en van alle afspraken die we maakten voor de zwangerschap bleven er maar bitter weinig over. Ik mocht de baby amper zien en zat met de handen in het haar. Daarom probeerde ik via de rechtbank om mijn rechten als vader op te eisen en de gemaakte afspraken over co-ouderschap te laten respecteren.”
,,Met veel goede moed en een eerlijk dossier stonden we tegenover elkaar in de rechtbank. Ik had alles netjes in kaart gebracht: de eerlijke verdeling van financiën, het co-ouderschap, een goede schoolregeling. Maar vanaf de eerste minuut werd pijnlijk duidelijk dat de rechter bevooroordeeld was. De rechter legde mijn dossier, zonder het te openen, naast zich neer. Letterlijk. Alle hoop om mijn dochter vaker te kunnen zien, werd met één uitspraak van tafel geveegd: ‘Opvoeden is de taak van de moeder. De wensen van de vader zullen altijd ondergeschikt zijn aan die van de moeder.’ Hij vroeg welke regeling zij verkoos, want zo zou het zijn.”
,,Het gevolg: week na week veranderde de regeling. Ik voel me overgeleverd aan de grillen en de wensen van de moeder van mijn kind. Ik moet akkoord gaan, want de rechter heeft het zo gezegd. Zij gaat tien dagen op vakantie met onze dochter, maar o wee als ze één nacht bij mij blijft. Een familiefeest, de verjaardag van mijn neefjes of nichtjes? Ik krijg een nee: zij heeft ook plannen.”
,,Vaak vervloek ik mijn naïviteit: was ik maar naar een notaris gegaan om onze afspraken te laten vastleggen. We hadden dan wel alles op papier laten zetten: als je je contracten niet laat bekrachtigen door de notaris of de rechtbank zijn ze juridisch gezien vrijwel waardeloos. Mijn co-ouder vond dat niet nodig: ze was iemand die zich altijd aan haar woord hield, zei ze. Ik heb me laten doen.”
,,Ik geniet van elke seconde dat ik bij mijn dochter kan zijn. Al zijn de dagen schaars. Haar luier verschonen, traantjes wegvegen als ze niet wil slapen, haar aankijken als ze naar dromenland is vertrokken. Flesjes maken en de restjes van mijn T-shirt vegen. Zalig. Maar wat heb ik een spijt dat ik met haar moeder in dit avontuur ben gestapt. Ik hou mijn hart vast voor de toekomst. Want ze heeft haar plannen voor een nieuwe rechtszaak al bekendgemaakt.”
Het gaat gelukkig ook vaak goed. Nina vond online een donor en heeft na die beslissing nog geen dag spijt gehad. Sinds de komst van zoontje Ross is ze een trotse alleenstaande moeder. ,,Ik wist al heel vroeg dat ik kinderen wilde. Maar dat hoefde voor mij niet per se met een partner. Dat komt waarschijnlijk door mijn jeugd, in mijn omgeving zag ik vaak conflicten, ruzies. Toen ik wat ouder was en mijn droom voorzichtig met mijn moeder besprak, zei ze meteen dat ze dat écht iets voor mij vond en zich totaal niet afvroeg of ik dit aan zou kunnen. In de jaren daarna was het eigenlijk een standaardreactie van mijn omgeving. Een enkele keer vroeg iemand of een kind geen vader nodig had. Dan stelde ik de vraag terug of diegene deze vraag ook stelt aan mensen die in scheiding liggen. Mijn ouders zijn overigens ook gescheiden en gaan nog heel goed met elkaar om dus daar heb ik gelukkig nooit last van gehad.”
,,Vier jaar geleden leerde ik iemand kennen. Omdat ik lijd aan pcos (polycysteus ovariumsyndroom), een aandoening aan de eierstokken die invloed heeft op je vruchtbaarheid, besloten we al na een aantal maanden om te stoppen met de pil. Wonder boven wonder was ik binnen een maand zwanger. Alleen: de zwangerschap voelde niet goed. Ik had krampen, last van mijn hormonen. Bovendien had ik niet het gevoel dat deze man de liefde van mijn leven was. De gynaecoloog nam mijn klachten niet serieus, de echo’s waren perfect. Maar ik voelde dat er iets mis was en maakte ondanks mijn sterke kinderwens een afspraak bij een abortuskliniek. Daar toonden de echo’s aan dat de baby een open ruggetje en verdikte nekplooi had, het kindje was niet levensvatbaar. Ik was dus toch niet gek. Hoe ingrijpend de ervaring ook was, ik heb het goed kunnen verwerken.”
,,Daarna liet ik mijn kinderwens even voor wat het was. Ik ontmoette wel leuke mannen, maar ik zag niemand als vader van mijn kind. Twee jaar geleden meldde ik me daarom aan op One Wish. Ik ontmoette een superleuk homokoppel. Ze waren al meer dan twaalf jaar samen en woonden in dezelfde stad. Anderhalf jaar lang spraken we met elkaar af. Toch klopte voor mij niet alles honderd procent. Ik besloot er weer alleen voor te gaan. En ja, opnieuw zat mijn intuïtie juist: een paar maanden later zijn ze uit elkaar gegaan.”
,,Ik nam opnieuw contact op met een donor die ik al eerder had gesproken. Een bevriend lesbisch koppel heeft een dochtertje van hem, en zij wilden me hetzelfde geluk gunnen. Ik mailde hem. Die avond praatten we al en spraken we af dat als ik een eisprong zou krijgen, ik hem mocht bellen. Omdat hij ook aan het ziekenhuis doneert, kon hij met papieren aantonen dat alles veilig zou verlopen. Hij is twee keer langs geweest en ik heb mezelf thuis geïnsemineerd. Met succes. Ik beviel op 27 juni van mijn zoontje, Ross Rover.”
,,Ik maakte er geen geheim van dat ik zwanger was van een donor. En sinds mijn zoontje Ross ter wereld kwam, ben ik daar nog net zo open over. Daarom heb ik ook besloten om een Instagrampagina aan mijn bewust alleenstaand ouderschap te wijden: ik deel mijn ervaringen, je kan met al je vragen bij mij terecht.”
,,Ik heb er heel bewust voor gekozen om het traject niet via het ziekenhuis te laten verlopen. In Nederland is de wachtlijst zo’n twee jaar. Je hebt geen enkele inspraak in wie de donor wordt en je kind kan pas na zijn 16de gegevens opvragen. Als Ross daar ooit behoefte aan zou hebben, kan hij één keer bij de donor terecht met zijn vragen. En, als ik ooit overweeg om voor een tweede kindje te gaan, dan wil hij opnieuw doneren.”
,,Ik weet dat mijn donor ook vele anderen helpt. Maar dat vind ik alleen maar mooi. Al wil ik dat later wel aan mijn zoon vertellen. Stel je voor dat hij later in het café staat te flirten met zijn halfzusje.”
Online profielen bekijken in de hoop je kinderwens te vervullen. Het is grofweg Tinder 2.0. Voor de één kwam de droom uit, bij de ander draaide het uit in een regelrechte nachtmerrie. Want hoe zit het precies met het juridisch vangnet? Is dat echt zo schrikwekkend als Karel vertelt?
Advocate Claudia Van de Velde schept helderheid. “Ik kan niet anders dan benadrukken: bezint eer ge begint. Als je via dergelijke platformen op zoek gaat naar een co-ouder, bevind je je in een grijze zone. In België is het nog niet mogelijk om een sluitend contract te sluiten over een baby die nog niet geboren is – in Nederland staan ze daar al verder in. Al buigen verschillende universiteiten zich momenteel gelukkig wel over een wettelijk kader voor deze thematiek.”
Claudia Van de Velde: “Niet onbelangrijk: er is een verschil tussen juridisch en biologisch ouderschap. Biologisch ouderschap bestaat wanneer een ouder en het kind hetzelfde DNA delen. Juridisch ouderschap ligt iets ingewikkelder. Vrouwen worden na hun bevalling automatisch juridisch moeder. Juridisch vader (of mee-moeder) word je door gehuwd te zijn met de moeder, het kind te erkennen of het vaderschap juridisch vast te laten stellen. Die erkenning kan sinds een aantal jaren al prenataal, in het derde trimester van de zwangerschap.”
“Je kan aan die erkenning een ouderschapsplan koppelen”, vervolgt de advocate. “Contracten bij de notaris laten bekrachtigen is natuurlijk een goede manier om je oorspronkelijke bedoelingen aan te tonen. Het is altijd beter om bij afspraken een notaris of advocaat te betrekken. Zo ben je je altijd bewust van je rechten en je plichten. Maar bij een familierechtelijke overeenkomst is het belangrijk dat de familierechtbank dat contract homologeert, een moeilijk woord voor ‘nagekeken en goedgekeurd’. En dat doet de rechtbank sowieso pas nà de geboorte van het kind.”
“Net daarom raad ik aan om heel voorzichtig om te springen met praktijken als op voorhand afgesproken co-ouderschap. Als één van de twee vindt dat de regeling het kind niet ten goede komt, dan kan de familierechtbank die persoon nog altijd gelijk geven en er anders over beslissen. Zo wordt er in de rechtbank bij kinderen jonger dan vijf zeker niet automatisch voor een week-om-weekregeling gekozen. Het kind vertoeft het vaakst bij de primaire zorgouder – vaak de moeder -, waarna het co-ouderschap opgebouwd wordt. Bij de familierechtbank draait eigenlijk het maar om één ding: het belang van het kind.”